DE EVENWICHTSBALK VOOR VROUWEN

Roos Vonk over de delicate balans tussen sympathie en respect |Opzij

hogerop1

Vroeger was het simpel: vrouwen werden niet voor vol aangezien. Een man kreeg de lachers op zijn hand met de uitspraak: “Het enige recht van een vrouw is het aanrecht”. De ongelijkheid was zo evident dat je je ertegen kon verzetten en precies wist wáár je je pijlen op moest richten. Vandaag de dag mag een man dit soort dingen niet meer zeggen en werkgevers mogen vrouwen niet meer benadelen. Zijn vooroordelen tegen vrouwen dan verdwenen? Welnee, ze zijn ondergronds gegaan. Van daaruit kunnen ze je sluipenderwijs tackelen, zonder dat je zelfs maar beseft wat er gebeurt. Psychologe Roos Vonk beschrijft drie manieren om dit te voorkomen.

Stereotypen over andere groepen zijn te beschrijven op basis van twee dimensies die we altijd toepassen bij de beoordeling van mensen: warmte/vriendelijkheid en bekwaamheid/kracht. Veel stereotypen zijn ambivalent: positief op de ene dimensie en negatief op de andere. Sommige groepen worden gezien als aardig maar hulpeloos, met name de zwakkeren in de samenleving die we beschermen en die soms medelijden oproepen. Ook het traditionele stereotypen over vrouwen valt in deze categorie: lief en verzorgend, maar laag in bekwaamheid en status. Dit beeld roept een paternalistische houding op, iets wat nog steeds veel vrouwen overkomt: men wil ze graag helpen en ‘leiden’ en neemt aan dat ze dat ook nodig hebben.

Bedenk dat in vroeger jaren ook zwarte mensen in de VS (‘negers’) zo werden gezien: als ondergeschikt, dom maar wel aardig en lief. Vooral bij dit type groepen (‘aardig maar onbekwaam’) kunnen stereotypen een sterk normatieve werking hebben: de leden van zo’n groep moeten zich op de achtergrond houden (bijvoorbeeld achterin zitten in de bus) en niet teveel praatjes hebben. Zolang ze dat doen, leven ze in harmonie met machtig groepen. Proberen ze echter om invloed te krijgen en te laten zien dat ze iets in hun mars hebben, dan worden ze gezien als “militant” en agressief, zoals veel zwarte Amerikanen sinds black power en vrouwen sinds Dolle Mina. Zo zijn er nogal wat negatieve etiketten voor vrouwen die hun ondergeschikte sekserol schenden (haaibaai, kenau, bitch, manwijf).

Dom of onaardig

Als een minderheidsgroep bekwaamheid en kracht gaat tonen, zoals vrouwen en zwarte mensen gedaan hebben, kan competitie kan ontstaan (vrouwen en zwarten ‘pikken de banen in’ van witte mannen) en verliezen de betrokkenen sympathie. Bij de twee dimensies van stereotypen nemen mensen vaak ten onrechte aan dat meer van het één automatisch minder van het ander betekent (“Ze is zo aardig … Ze zou het vast niet goed doen als bestuurder”). Dit betekent dat je het als vrouw hoe dan ook niet goed kunt doen, want je bent óf te onbekwaam óf niet sociaal genoeg.

Een leidinggevende positie wordt door de meeste mensen geassocieerd met stereotiep mannelijke eigenschappen, zoals daadkracht, ambitie, assertiviteit en doortastendheid (Think manager, think male).  Vrouwen die zo’n positie ambiëren, moeten dus dergelijke kwaliteiten tonen. Maar het komt nauw kijken, want precies die eigenschappen worden bij een vrouw anders gewaardeerd dan bij een man. Wat we bij een man zelfverzekerd en doortastend vinden, vinden we bij een vrouw gehaaid en bitchy doordat het de sekse-normen schendt. Ook bij sollicitaties blijkt dat zelfpromotie-gedrag, zoals eigen kwaliteiten onder de aandacht brengen en een hoog startsalaris vragen, bij een vrouw eerder arrogant en pushy wordt gevonden dan bij een man. Zo’n vrouw wordt wel even bekwaam gevonden, maar minder aardig en daardoor minder geschikt; het zogenoemde backlash-effect. Zo moeten vrouwen balanceren tussen respect afdwingen en serieus genomen worden enerzijds, en aardig en sociaal doen anderzijds. Door zichzelf stevig neer te zetten, verschuift een vrouw van ‘lief en dom’ naar een ander stereotype: ‘bekwaam en bitchy’. 

De oplossing lijkt dan vaak om maar weer een stapje terug te doen zodat je de sympathie behoudt, maar daarmee zwak je jezelf weer af. Een betere oplossing is vermoedelijk dat je eerst de juiste context creëert voor je eigen zelfpromotie, door de ander te vleien, bewondering te tonen en andere slijm-kunsten uit de kast te trekken. Je richten op de ander – met waardering, begrip, steun, aandacht en bewondering – is een typisch vrouwelijke stijl van zelfpresentatie, bedoeld om het de ander naar de zin te maken, terwijl praten over jezelf – je talenten en verdiensten – een meer mannelijke stijl is. Om weg te komen met zelfpromotie moet je als vrouw zorgen dat dit altijd in balans is met ander-verheffing. De ander kan dan gerust zijn dat je hem niet wilt overtroeven en je laat bovendien zien dat je deze vrouwelijke vaardigheid beheerst. Hierdoor kun je je meer permitteren jezelf te verkopen zonder dat het aanmatigend of intimiderend wordt gevonden. Wanneer je vertelt over je verdiensten, is het om dezelfde reden belangrijk dat je voorbeelden noemt waarin je sociale, empathische kwaliteiten hebt getoond.

Welwillend seksisme

Grofweg zijn er twee verschillende vormen van seksisme, vijandig en welwillend seksisme. De laatste vorm is gericht op bescherming en idealisering van vrouwen en uit zich in uitspraken als bijvoorbeeld “Een man is pas compleet als hij de liefde van een vrouw heeft” en “Bij een ramp moeten vrouwen door mannen worden gered”. Voor de welwillende seksist scoort de vrouw hoog op warmte, maar laag op bekwaamheid. Dit is ogenschijnlijk meer positief, maar heeft toch tot gevolg dat vrouwen in ondergeschikte posities blijven en paternalistisch worden behandeld. Uit internationaal onderzoek blijkt dat deze twee vormen van seksisme in alle landen bestaan en dat ze positief met elkaar samenhangen; hoe ‘welwillender’ men is, des te meer stemt men ook in vijandig-sekistische uitspraken, zoals “Vrouwen zijn te snel beledigd” en “Als vrouwen van mannen verliezen, zeggen ze dat ze gediscrimineerd zijn”. Beide vormen hangen samen met ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in een land.

In werksituaties kan welwillend seksisme voor vrouwen minstens zo belemmerend zijn als regelrechte vijandigheid. In een onderzoek voerdenvrouwelijke deelnemers een fictief sollictatiegesprek bij een organisatie waar alleen mannen werkten. Tegen een deel van de deelneemsters werd gezegd dat de aanwezigheid van vrouwen de organisatie goed zou doen, omdat vrouwen cultureel meer verfijnd zijn dan mannen, zichzelf beter verzorgen, een sterker moreel besef hebben en een goede smaak. Juist deze zaken ontbreken vaak in een omgeving waar alleen mannen werken, zo werd verteld. Heel ‘vriendelijk’ werd daaraan toegevoegd: “Het werk zal moeilijk voor je zijn, maar als je problemen hebt kunnen de mannen je helpen.” Een ander deel van de deelneemsters kreeg met vijandig sekisme te maken: hun werd verteld dat de organisatie het belangrijk vond vrouwen aan te nemen, ook al zoeken vrouwen altijd manieren om beter behandeld te worden en zijn ze snel op hun teentjes getrapt. Vrouwen, zo werd gezegd, overdrijven problemen vaak om macht te krijgen over mannen. Het bleek dat vrouwen die een welwillend-seksistisch verhaal hadden gehoord, slechter presteerden op een taak; ze hadden meer last van afleidende gedachten zoals ‘ben ik te dom?’. Dat juist welwillend seksisme gevoelens van onzekerheid over de eigen competentie opwekt bij vrouwen, komt volgens de onderzoekers doordat het vaak niet wordt herkend als seksisme, het wordt immers zo aardig gebracht.

Een tweede tip is dan ook: wees alert op welwillend seksisme; als je je ervan bewust bent dat het speelt, kun je voorkomen dat je je in het hoekje ‘lief maar dom’ laat manoevreren. Speel de rol van beschaafde, zachtaardige, empathische vrouw met verve, maar blijf tegelijkertijd overtuigd van je kwaliteiten en laat ze zien.

Stereotypen-bedreiging

Een minder bekend aspect van stereotypen is dat mensen ook zichzèlf kunnen benadelen. Een voorbeeld: je bent op sollicitatiegesprek en er wordt gevraagd wat je doet als het computersysteem vastloopt. In een flits kun je dan denken: “Ze denken zeker dat ik als vrouw geen raad weet met computers. Nu moet ik even goed laten zien dat ze zich vergissen.” Zo’n gedachte versterkt de spanning, en daarmee de kans dat je een slechtere prestatie levert. Door de spanning verkokert je aandacht: je blik vernauwt, waardoor je niet meer alles opmerkt en minder creatief wordt. Uiteindelijk worden je prestaties slechter. Dit effect wordt stereotypebedreiging (stereotype threat) genoemd en is in onderzoek vele malen aangetoond.

Zo bestaat het stereotype dat vrouwen slechter zijn in getallen dan mannen. Vrouwen zijn zich bewust van dit stereotype, waardoor iedere test waarin rekenwerk centraal staat bedreigend is voor hen. Zeg je tegen een vrouw dat een willekeurige test indicatief is voor wiskundige vermogens, dan is dat al voldoende om haar slechter te laten presteren op deze test – zelfs als de test daar in feite niets mee te maken heeft en vrouwen er normaliter even goed op scoren als mannen. Door stereotype-bedreiging lukt het vrouwen ook minder goed om wiskundige regels leren, wat kan resulteren in onnodig slechte prestaties op wiskunde-examens; het zorgt er ook voor dat ze zich minder goed voorbereiden op testen op het gebied van techniek en wiskunde, bijvoorbeeld door minder aantekeningen te maken bij een college. En in een onderzoek onder potentiële ondernemers bleek dat ondernemerschap van vrouwen wordt gestimuleerd wanneer het wordt afgeschilderd als een sekse-neutraal beroep; normaliter wordt het ondernemerschap gezien als mannelijk, en dit remt vrouwen in hun ondernemers-ambities. Van belang is dat al deze effecten ‘in het hoofd’ van de betrokkenen zelf plaatsvinden, niet bij de waarnemer. Het is in dit geval dus niet zo dat het voor anderen lijkt alsof de gestereotypeerde persoon slechter presteert: dat gebeurt werkelijk.

Een stereotype-bedreiging kun je niet wegwerken door hard te denken dat het stereotype niet klopt. Dat zal immers alleen maar de stressvolle behoefte oproepen het stereotype te ontkrachten, en dat veroorzaakt weer spanning. Wat wél werkt is het toepassen van een alternatieve zelfcategorisatie. Man-vrouw is bijvoorbeeld één mogelijke categorisatie, maar er zijn er vele andere, bijvoorbeeld op basis van leeftijd, beroep of afkomst. Bijvoorbeeld: een vrouwelijke student kan haar prestaties op een wiskunde-taak aanzienlijk verbeteren door zichzelf te zien als student in plaats van vrouw. Je kunt dus zelf de dreiging doorbreken door jezelf anders te categoriseren: ik zit hier als … (HR-deskundige,  sales-dekundige of wat dan ook). Een andere beproefde strategie is vooraf jezelf herinneren aan belangrijke waarden waar je in gelooft. Maak bijvoorbeeld een top-3 van je persoonlijke waarden. Schrijf over je nummer-1-waarde een kort stukje – gewoon voor jezelf – waarom die waarde belangrijk voor je is en hoe je die waarde gestalte geeft in je leven.  Door deze oefening herinner je jezelf aan wie je bent en waar je in gelooft; daardoor zit je steviger in het zadel en laat je je minder van je stuk brengen.

Dit artikel van Roos Vonk verscheen in Opzij, november 2012: Hogerop. Een potje slijmen helpt.

pdf-versie (0,92 Mb)