Roos Vonk*
Denk eens terug aan je laatste blunder. Je liet op een drukke receptie je drankje over iemand heen vallen. Je maakte een ernstig misplaatste opmerking. Je vergat jezelf voor te stellen. Je had de verkeerde kleren aan. Je stond lang alleen, onhandig met je drankje, alsof je het niet erg vond, je deed alsof je heel druk was met je sms-berichten.
Vreselijk! Iedereen heeft het gemerkt! Telkens als ze aan je denken, denken ze hieraan! ‘Bedoel je die rare met die telefoon en die verkeerde bloes?’
Je kunt ontspannen. Al je beperkingen, je gênante vertoningen, je missers en knoeiers: niemand behalve jijzelf heeft ze in de gaten.
We overschatten hoeveel anderen op ons letten. Als je in een vergadering iets stoms zegt, ben je daar zelf vaak nog lang over aan het piekeren. Je staat er niet bij stil dat andere mensen het om te beginnen vaak niet merken, en áls ze het merken, het meteen vergeten. Zij zijn met hun eigen besognes bezig en niet met jou.
We hebben het idee dat het spotlicht veel feller op ons gericht staat dan in feite het geval is. Het spotlight-effect is aangetoond op allerlei terreinen. Zo blijkt de bekende bad hairday, waar shampoo-fabrikanten veel aan te danken hebben, vooral te bestaan in de ogen van de drager. Waar we zelf onmiskenbaar zien dat ons haar de ene dag veel beroerder zit dan de andere, of onze huid wordt ontsierd door een pukkeltje, zijn deze subtiele verschillen voor anderen onzichtbaar.
Niet alleen denken we dat anderen op ons letten, we denken ook dat het opvalt als we er níet zijn. Als je bijvoorbeeld een vergadering mist, of de hele tijd je mond houdt, ben je geneigd te overschatten hoe opvallend dat is voor anderen.
De verklaring voor het spotlight-effect is dat we te veel met ons zelf bezig zijn. We maken ons druk om onszelf en overschatten daardoor de mate waarin anderen dat ook doen. Een andere uitingsvorm hiervan is de zogenoemde illusie van doorzichtigheid. Als je bijvoorbeeld verborgen bedoelingen hebt die anderen niet mogen weten, ben je daar zo mee bezig dat je gaat aannemen dat ze erg zichtbaar zijn. Het is moeilijk voorstelbaar dat iets wat zo levensgroot aanwezig is in je eigen bewustzijn, voor anderen onzichtbaar is.
Je zou het kunnen zien als een overblijfsel van onze puberale fase. Pubers zijn zich erg bewust van zichzelf, van hoe ze overkomen, en hebben daardoor het idee dat anderen dat ook allemaal opmerken. Als we volwassen worden gaat dat over, als het goed is: we gaan beseffen dat de wereld niet om ons draait, we krijgen een ruimere blik. Maar die volwassenheid bereiken de meeste mensen nooit ten volle.
Het goede nieuws is: relax! Stommiteiten, gemiste vergaderingen, kapsels die niet willen zitten, wat het ook is waar je je druk om maakt: andere mensen merken het helemaal niet op. Morgen is er weer een dag en dan is iedereen het vergeten.
Het slechte nieuws: de wereld is niet met je bezig. In de woorden van Roger Rosenblatt: ‘I promise you: Nobody is thinking about you. They are thinking about themselves – just like you.’
* Meer over hoe we onszelf centraal stellen, ten koste van een realistische waarneming, kun je lezen in Mijn ego heeft altijd gelijk. Een andere column, over het spotlight-effect op de werkvloer, staat in Collega's en andere ongemakken.