Persoonlijk belang kan strijdig zijn met het belang van het collectief. Rotzooi maken in gemeenschappelijke ruimtes, luieren bij een gemeenschappelijke taak, overbevissen, de trein in stappen als er nog mensen uit moeten, autorijden: allemaal levert het persoonlijk voordeel, maar het collectief wordt benadeeld en uiteindelijk jijzelf dus ook. Soms is dat duidelijk – als je keuken een smeerboel wordt omdat niemand schoonmaakt, of als je in de file belandt (nee, je staat niet vast in het verkeer: je bent het verkeer!) – en soms niet, doordat het collectief heel groot is en de ongewenste gevolgen ver weg zijn of niet direct zichtbaar (bijvoorbeeld CO2-uitstoot). Soms gaat het dilemma tussen ‘ik’ en ‘allen’ over het nemen uit een collectieve bron, zoals het gebruik van het wegdek of het verstoren van natuur, en soms gaat het om geven aan het collectief, bijvoorbeeld belasting betalen en organen doneren.
Sommige mensen, ook wel suckers genoemd, kiezen steevast voor het collectieve belang. Anderen hebben de neiging daarvan misbruik te maken*: bevindt zich in de groep een goedzak die altijd de kopjes afwast of overwerkt als het druk is, waarom zou jij dan moeite doen. De zogenoemde free-riders kiezen liever voor eigenbelang en het motto ‘na mij de zondvloed’. Dat doen ze niet alleen uit hebzucht, maar ook uit angst dat ánderen hebzuchtig zijn en zij dan de sukkel worden wiens goedheid door anderen wordt misbruikt.
Maar juist door het kiezen voor eigenbelang kunnen mensen uiteindelijk slechter af zijn dan wanneer ze zich opofferen voor het grotere goed. Zo komt er niemand de trein in wanneer iedereen als eerste naar binnen wil, staan auto’s stil in de file en raakt de vis in de zee op – ook voor de free-riders die het met de vangstbeperkingen niet zo nauw namen.
De coöperatieve lieverds en de wie-dan-zorgt-dan-leeft individualisten hebben een heel verschillende kijk op dit soort dilemma’s.** De suckers zien een keus voor het collectieve belang als een teken van intelligentie. Immers, vooruitkijken en je eigen rol in het geheel overzien vraagt een zekere mate van inzicht en volwassenheid. Free-riders zien hetzelfde gedrag juist als dom en zwak: als je je eigenbelang opoffert en het risico neemt dat anderen je goede wil exploiteren, ben je een loser. Het maximaliseren van persoonlijk voordeel is in deze optiek een teken van intelligentie.
Ik heb zo’n idee dat onze regering voornamelijk uitgaat van deze streetsmart-moraal, met de verheerlijking van vrije marktwerking en problemen ‘zelf uitvogelen’. Ons kabinet propageert een terugtredende overheid en ‘minder regeltjes’, waardoor de vrije markt kan groeien en bloeien. In de neoliberalistische visie die hierachter zit, is het goed voor ons allen als bedrijven veel winst kunnen maken. In die zin is het dus ‘slim’. Maar dat is slechts een korte-termijn-effect, want de klimaatverandering die door veel van deze bedrijven wordt veroorzaakt (bv. in een van onze grootste export-sectoren, de veehouderij) kost veel meer geld. De schade zal uiteindelijk worden gedragen door een groter collectief: generaties na ons – dus onze eigen kinderen en kleinkinderen – en mensen elders in de wereld waar de oogsten mislukken – die dan weer hier komen als klimaatvluchteling. De nadelen voor het grotere collectief komen dus uiteindelijk weer bij ons terug. Op die manier bekeken zijn deze keuzes niet erg intelligent.
In het algemeen geldt: als je niets reguleert, groeit de economie (greed is good) en krimpt de natuur, waar we met z’n allen deel van uitmaken. In kleine ik–allen-dilemma’s, zoals de keuken op kantoor waar alle afwas zich opstapelt, zien mensen snel dat ze zelf ook benadeeld worden wanneer de ieder-voor-zich-mentaliteit regeert. ‘De markt’ werkt naar behoren in kleine overzichtelijke groepen, als er face-to-face contact is tussen betrokkenen, als hun persoonlijk aandeel zichtbaar is en ze zich bij elkaar betrokken voelen***. Maar in grootschalige dilemma’s is regelgeving nodig en sterk leiderschap. Met de globalisering en schaalvergroting worden individuele bijdragen anoniemer en het druppel-op-de-gloeiende-plaat gevoel sterker, zodat de keus voor eigenbelang veel aantrekkelijker wordt. In mijn optiek is de cowboy-houding van onze Rutte-kabinetten dan ook kortzichtig en dom: zo helpen we geleidelijk onze leefomgeving om zeep en zagen de tak af waarop we zitten. Maar in de ogen van onze bewindslieden is dit natuurlijk geklets van een onnozele sukkel.
Deze column is verschenen in Collega's en andere ongemakken van Roos Vonk.
* De Bruin, E.N.M. & Van Lange, P.A.M. (1999). Impression formation and cooperative behavior. European Journal of Social Psychology, 29, 305-328.
** Van Lange, P. A. M., Liebrand, W. B. G., & Kuhlman, D. M. (1990). Causal attribution of choice behavior in three N-person prisoner's dilemmas. Journal of Experimental Social Psychology, 26, 34-48.
*** Balliet, D. (2010). Communication and cooperation in social dilemmas: A meta-analytic review. Journal of Conflict Resolution, 54, 39-57.